Innovatie
De overheid wil d.m.v. subsidies, bedrijven en instellingen stimuleren bepaalde werkzaamheden te ontwikkelen en uit te voeren. Deze innovaties zijn veelal verbonden aan de huidige thema’s, op het gebied van WBSO ICT bijvoorbeeld, die een belangrijke plaats innemen in uw regio, Nederland.
De Innovatiebox is in het leven geroepen om u maximaal te laten profiteren van de innovatieve ontwikkelingen die u gedaan heeft dankzij een verworven octrooi en/of WBSO beschikking, WBSO of een octrooi (patent) geven dus de toegang tot deze regeling.
Deze subsidieregeling is erg interessant, maar daarentegen ook bijzonder complex. SAB uit Rotterdam is specialist in deze regeling. Wij zijn bijzonder goed in staat het optimale uit uw innovatietrajecten te halen. Deze doelstelling hanteren we al vanaf de eerste (WBSO-) aanvraag.
Door toepassing van de Innovatiebox wordt de winst die behaald is met de exploitatie van zelf ontwikkelde producten tegen een lager tarief in de vennootschapsbelasting van 5% belast in plaats van de gebruikelijke 25%.
De Innovatiebox hangt nauw samen met de WBSO. Producten of processen die zijn ontwikkeld met een WBSO beschikking komen daarom in aanmerking voor de Innovatiebox. In feite is de WBSO vaak de sleutel voor de Innovatiebox en wij leggen u graag uit wat dit voor u op kan leveren.
De WBSO (Wet Bevordering Speur & Ontwikkelingswerk) en RDA (Research & Development Aftrek) horen tot de meest toegankelijke subsidies van Nederland. Vrijwel iedere innovatieve ondernemer, groot of klein, komt in aanmerking voor een bijdrage uit het jaarlijkse totaalbudget van meer dan een miljard euro. De subsidie kan besteed worden aan de loonkosten van medewerkers die zich bezighouden met onderzoek en ontwikkeling, maar hij is bijvoorbeeld ook bedoeld voor uitgaven aan prototypes en onderzoeksapparatuur.
De subsidies zijn in het leven geroepen om innovatie te bevorderen. Dat is een breed begrip en kan dus gaan over technische innovatie en ICT ontwikkeling, maar ook over de verbetering van productieprocessen. Dankzij deze omschrijving komen veel ondernemingen in aanmerking, maar het algemene kader zorgt er ook voor dat het lang niet altijd eenvoudig is om te bepalen hoe je het maximale uit je aanvraag kunt halen.
Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO)
De aanvragen worden beoordeeld door de RVO die, door middel van complexe enquêtes, moet achterhalen hoe ‘innovatief’ uw product of dienst nu eigenlijk is. Dankzij onze kennis en ervaring weten we hoe we deze vragen moeten beantwoorden voor een optimaal resultaat. We loodsen u door het web aan regels en voorwaarden die deze procedures vaak zo tijdrovend maken.
Drie regelingen, één proces
De samenhang tussen deze regelingen levert in de meeste gevallen een complex en weinig transparant totaalbeeld op. Onze ervaring met toetsingsprocedures en beoordelaars heeft ons geleerd wat we waar en hoe moeten inzetten om succesvol te zijn.
Dat is de reden dat wij expert zijn op alle drie deze subsidiegebieden waarbij onze kennis op het gebied van de Innovatiebox uniek is. De gecombineerde kennis over deze regelingen zorgt voor het beste rendement en omdat wij al deze expertise in huis hebben, maakt ons dat uitzonderlijk als adviseurs op dit veld.
Wat kan dit nu feitelijk betekenen?
Natuurlijk maken we graag een afspraak om uw persoonlijke situatie en mogelijkheden te bespreken, maar om u vast een indruk te geven, sommen we hieronder op wat de vermindering op loonbelasting voor de WBSO in 2016 inhoud:.
- 32% tarief over de loonsom in de eerste schijf (tot €350.000).
- 16% tarief over de loonsom in de tweede schijf (> €350.000).
- Voor techno-starters (< 5 jaar ondernemen en < 3 jaar WBSO-subsidie) geldt een percentage van 40% van de S&O-loonsom.
- Forfaitair uurloon bedraagt € 29.
- Voor wat betreft de RDA regeling krijgen bedrijven die S&O uren maken de keuze, RDA forfait of RDA op basis van daadwerkelijke kosten. RDA forfait bedraagt €10 per S&O uur voor de eerste 1.800 S&O uren en €4 voor zover deze de 1.800 uren per kalenderjaar worden overschreden. Wanneer er gekozen wordt voor een niet-forfaitaire aanvraag mag 60% van de daadwerkelijke R&D kosten/investeringen bij de loonkosten worden opgeteld.
- Voor zelfstandigen geldt een verhoging van de zelfstandigenaftrek. Deze aftrek bedraagt €12.484 en €18.729 voor een technostarter. Om hiervoor in aanmerking te komen dient een zelfstandige ten minste 500 uur te besteden aan subsidiabele werkzaamheden.
- Het totale budget voor de geïntegreerde WBSO/RDA regeling 2016 bedraagt €1,143 miljard.
De MIT-regeling heeft als doel de innovatieve van bedrijven, kennisinstellingen en overheid samen te laten werken aan innovatie. Hier wordt invulling aan gegeven met behulp van diverse instrumenten, bijvoorbeeld kennisvouchers of deelneming aan R&D samenwerkingsprojecten. Het budget is verdubbeld ten opzichte van 2014 naar 50 miljoen euro in 2015.
De MIT–regeling kent in 2015 een regionale en een nationale component. Bedrijven zullen eerst een beroep moeten doen op de diverse regionale MIT-instrumenten.
Horizon 2020 is het Europese subsidieprogramma voor onderzoek en innovatie met een budget van bijna 80 miljard euro. Bedrijven en onderzoeksinstellingen kunnen een beroep doen op:
- De financiering van een innovatief project;
- Het aantrekken of behouden van onderzoekers;
- Het versterken van hun internationale netwerk;
- Het opdoen van nieuwe kennis en expertise.
Horizon 2020 bestaat uit 3 pijlers die aansluiten bij de Europese doelen voor werkgelegenheid en groei.
1. Excellente kennisbasis
- European Research Council (voor excellent grensverleggend onderzoek);
- Future and Emerging Technologies (voor samenwerking op nieuwe veelbelovende gebieden);
- Marie Skłodowska Curie acties (het bevorderen van training en mobiliteit van onderzoekers);
- Onderzoeksinfrastructuren (het versterken van de kwaliteit en toegankelijkheid van onderzoeksinfrastructuren).
2. Industrieel leiderschap
- ICT;
- Nanotechnologieën;
- Moderne materialen;
- Ruimtevaart;
- Nieuwe productietechnieken en processen;
- Biotechnologie.
3. Maatschappelijke uitdagingen
- Gezondheid, demografische veranderingen en welzijn;
- Voedselzekerheid, duurzame landbouw, marien en maritiem onderzoek en bio-economie;
- Veilige samenleving;
- Slim, groen en geïntegreerd transport;
- Klimaat en efficiënte grond- en hulpstoffen;
- Inclusieve en innovatieve samenleving;
- Veilige, schone en efficiënte energievoorziening.
Organisaties die betrokken zijn bij onderzoek, technologische ontwikkeling en innovatie op internationale schaal en individuele onderzoekers kunnen deelnemen aan het programma.
Horizon 2020 breekt qua administratieve eisen en complexiteit nadrukkelijk met voorgaande programma’s zoals FP7. Hierdoor is een Europese subsidie voor u dichterbij dan ooit. Wij helpen u graag de slaagkans van uw aanvraag te vergroten!
Ook voor mkb-ers is Europese subsidie dichterbij, vaak was de kritiek op het Horizon 2020 programma dat het alleen voor de grote bedrijven beschikbaar was. Met het SME-instrument (onderdeel van Horizon 2020) is de drempel verlaagd voor mkb-ers die nog niet bekend zijn met de subsidieprogramma’s van de Europese Unie.
Wanneer u een baanbrekend idee heeft en internationaal georiënteerd bent, dan kunt u een beroep doen op het SME-instrument. Samenwerking is niet verplicht.
Voor elke fase van uw innovatie kunt u een beroep doen op het SME-instrument:
Fase 1: Haalbaarheidsstudie
- Financiering +/- €50.000
- Duur 6 maanden
Fase 2: R&D / demonstratie
- Financiering €1 tot €3 miljoen, maximaal 70%
- Duur 12-24 maanden
Fase 3: Commercialisatie (geen subsidie maar financiering)
Een projectaanvraag indienen kan op elk moment. Het mkb-instrument werkt met een continu open oproep.
In dit Europese innovatieprogramma bepalen innovatie, marktgerichtheid en internationalisering het succes van mkb-ers met groeiambities. Eurostars geeft projecten financiële ondersteuning via de nationale overheid van ieder deelnemend land. Het subsidiebedrag hangt af van de volgende factoren: projectactiviteit, de aard van de deelnemers en het land van herkomst.
Eurostars is in het leven geroepen voor de onderzoekuitvoerende mkb-er (research performing SME). Een specifiek deel van de omzet of fte’s dient te worden ingezet voor toegepast onderzoek en experimentele ontwikkeling. Er dient sprake te zijn van samenwerking tussen partijen uit minstens 2 Eurostarslanden.
De lat ligt hoog, slechts de beste innovatieprojecten komen in aanmerking voor Eurostars subsidie.
Bij goedkeuring geniet men van meer voordelen dan alleen de subsidie:
- Het programma helpt daadwerkelijk de innovatie tot marktintroductie te brengen.
- Een eenvoudige administratie.
- Door de strenge toelating fungeert een goedkeuring als interessante promotie voor uw bedrijf.
Het TKI programma beslaat de samenwerkingsprojecten tussen private en publieke partijen van fundamenteel onderzoek tot en met experimentele ontwikkeling. Het uitgangspunt is dat het onderzoek wordt uitgevoerd door of uitgezet via universiteiten, TNO, DLO, GTI’s, NWO, KNAW en hogescholen.
De TKI-aanvraag bevat de grondslag waarover de TKI-toeslag wordt berekend en de inzet van de TKI-toeslag. De grondslag voor de TKI-toeslag wordt gevormd door de jaarlijkse private bijdragen aan de onderzoeksorganisaties. De TKI-toeslag kan worden ingezet voor de volgende innovatieactiviteiten:
- Technische haalbaarheidsstudies door het mkb;
- Innovatiediensten en diensten voor innovatieondersteuning aan het mkb;
- Ondersteuning voor het uitlenen van hooggekwalificeerd personeel aan het mkb;
- Het exploiteren van innovatieclusters.
Er wordt een bijdrage van 40% van het bedrijfsleven verwacht. Er kan gekozen worden om een deel van de toeslag op jaarbasis en een deel op projectbasis aan te vragen.
Het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling 2014-2020 (EFRO) heeft als doel de economische verschillen tussen de Europese regio’s te verkleinen.
Binnen Nederland wordt ingezet op twee van de elf thema’s die in de verordening van de Europese Commissie en Raad voor EFRO zijn geformuleerd, te weten:
Thema 1: Versterking van onderzoek, technologische ontwikkeling en innovatie;
Thema 4: Overgang naar een koolstofarme economie.
De projecten dienen aan te sluiten op de focusgebieden van de betreffende regio en bovendien te passen binnen de thema’s ‘innovatie’ en ‘koolstofarme economie’. Voor de EFRO is samenwerking niet verplicht, maar uw kansen op een positieve beoordeling van de subsidieaanvraag worden hierdoor vergroot.
De subsidieregeling Internationaal Excelleren stimuleert (samenwerkingsverbanden van) Nederlandse bedrijven om zich te positioneren in snelgroeiende en opkomende markten met onderscheidende producten en diensten. Bedrijven die willen gaan investeren en exporteren in de volgende 21 opkomende markten kunnen subsidie aanvragen: Argentinië, Azerbeidzjan, Bahrein, Brazilië, Chili, China, Irak, Kazachstan, Koeweit, Maleisië, Mexico, Oekraïne, Oman, Panama, Qatar, Saoedi-Arabië, Servië, Singapore, Turkije, Verenigde Arabische Emiraten en Zuid-Korea.
De subsidieregeling Internationaal Excelleren omvat de onderdelen demonstratieprojecten, haalbaarheidsstudies en kennisverwerving.
Individuele bedrijven die niet samenwerken kunnen via een apart onderdeel van het Internationaal Excelleren programma ook subsidie aanvragen indienen voor activiteiten in bepaalde transitiefaciliteit- en ontwikkelingslanden. Deze projecten moeten onder andere ontwikkelingsrelevant zijn en bijdragen aan de groei van de lokale werkgelegenheid.
Deze subsidieregeling is een zeer interessant programma voor mkb-ers. De subsidieaanvragen worden beoordeeld op volgorde van binnenkomst.
De Europese subsidie COST is bedoeld om internationale vraagstukken te onderzoeken en op te lossen. Deze vraagstukken moeten voor verschillende landen een gelijke strekking hebben en een basis vormen voor harmonisatie.
Met deze subsidie wil de EU Europese wetenschappelijke samenwerking en afstemming bevorderen. Door een betere coördinatie kan het gezamenlijke Europese wetenschappelijke onderzoek in kaart worden gebracht.
De aanvraagprocedure heeft nog één aanvraag fase. Het projectvoorstel wordt in de beoordelingen vergeleken met de aanvragen van andere ‘peers’. Bedrijven en onderzoeksinstellingen moeten in minimaal vijf Europese landen aan een netwerk deelnemen.
Het COST-programma kan naast het gemiddelde subsidiebedrag van €100.000 tot €250.000 per jaar toegevoegde waarde leveren voor u, door uw kennis en Europese netwerk uit te breiden.